Jonge renners die via hun club op systematische wijze door een mental coach worden begeleid is alles behalve voor de hand liggend. Het Limburgse jeugdteam Woutim-Optimus zet daar vol op in. Is dat nodig voor jonge jongens en meisjes bij wie sport eigenlijk nog een vorm van spelen hoort te zijn?
De tijd dat wielrenners op zichzelf trainden of gewoon wat kilometers maalden, ligt ver achter ons. Al jaren leggen clubs, vooral tijdens de winterperiode, de nadruk op fysieke ontwikkeling bij de jongeren. Het mentale wordt tijdens gespreksavonden wel eens aangehaald, maar er echt rond werken, gebeurt zelden.
Bij Woutim-Optimus vindt men mentale ondersteuning van jongeren minstens even belangrijk dan het fysieke.
Het team trok naar prestatiepsycholoog Viktor Van der Veken die onder meer met Bart Swings, het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité en de Belgian Bullets werkte.
“Bij mijn weten is er geen enkel jeugdteam dat op deze manier inzet op mentale ondersteuning. Nochtans belangrijk want ik ken nogal wat talentvolle sporters die al op jonge leeftijd de handdoek gooiden omdat ze het na een tijd niet meer plezant vonden, aldus Van der Veken. “Vooreerst wil ik onderstrepen dat jongens en meisjes tot 12 jaar zeker al spelend aan sport moeten kunnen doen. Zonder prestatiedruk. Nadien komt die er onbewust toch. Alleen hebben die jongeren niet de skills om daar mee om te gaan en worden ze er ook niet op voorbereid. We doen geen individuele gesprekken. Wel aan psycho educatie in groep, waarin we hen leren eigen doelen en grenzen te stellen. Sommige rennertjes hebben al aan grote wedstrijden deelgenomen die automatisch voor extra stress zorgen en dat kan heel verlammend werken. Ik probeer samen met hen te ontdekken hoe die stress zich uit en met welke tools ze daar mee kunnen omgaan. Ook proberen we de ouders in het verhaal mee te nemen. Vaak hebben ze niet altijd zicht op de impact die sport op het gedrag van hun kinderen heeft. Vandaar dat het belangrijk is dat de ouders mee zijn met de tools die we de jonge sporters aanreiken.”
De rennertjes van het team hebben al een aantal sessies achter de rug. “Het is voor mij een uitdaging en ook de eerste keer dat ik met een groep jonge wielrenners werk. Maar het is mooi om te zien hoe enthousiast ze meewerken en vooral dat ze er in geloven”, besluit Viktor Van der Veken.
Ook Belgian Cycling is hiermee bezig. Je leest daarover in HBvL