De politiek gaat het jeugdwielrennen redden

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dat geldt zeker ook in het wielrennen. Alleen hebben ze daar de jeugd niet meer. Het aantal koersen is vergeleken met vroeger fors gedaald, ook al probeert men soms bij cycling Vlaanderen dat tegen te spreken.

Om het concreet te maken: vorig weekend startte het Limburgs wielerseizoen met twee wedstrijden in Brustem. Maar nu duurt het tot 5 april, dus meer dan een maand, eer we weer eens in eigen gouw naar een koers kunnen gaan kijken. In gans Vlaanderen waren er het afgelopen weekend amper 10 wedstrijden voor de jeugd. Wie wil koersen moet aan mama en/of papa vragen om honderden kilometer te rijden. Wat de al dure sport (vorig jaar berekenden we dat een coureur in huis de ouders per jaar al vlug 10 000 euro kost) nog duurder maakt. Nochtans wie zich coureur wil noemen, wil koersen. Net zoals een voetballertje een matchke wil spelen. Kan dat niet, dan haken ze af.

Logisch dat het aantal renners eveneens  fors is gedaald. Het aantal inrichtingen en het aantal rennertjes zijn ontegensprekelijk aan elkaar gekoppeld. Koers zien, doet koersen en coureurs zorgen vaak voor inrichtingen.

Werk aan de winkel. Maar men is er blijkbaar mee bezig, zo las ik afgelopen zondag in DE ZONDAG. Tijdens het wachten in de rij voor broodjes bij de bakker kreeg ik plots een glimlach op het gezicht bij het doorbladeren van DE ZONDAG. Zo fel zelfs dat sommige medeklanten in de rij me wat raartjes aankeken en ongetwijfeld dachten: “Wat krijgt die plots?”.

Doch eens thuis aan de ontbijttafel veranderde die glimlach al snel in een serieus gezicht. Eentje zoals ik er volgens mijn medehuisgenoten meestal één heb. Dat van een realist.

De titel ‘Actieplan moet jeugdwielrennen uit het slop halen’ gaf hoop, doch blijkbaar iets te veel hoop. Bij het lezen van het artikel bleek dat we dat soort plannen de jongste vijftien jaar al ettelijke keren hebben gehoord. Maar nu wil de politiek er zich mee moeien. Samen met mij zullen nogal wat liefhebbers en volgers van het jeugdwielrennen beamen dat politieke bemoeienissen niet zo vaak tot verbeteringen hebben geleid. Of is het nu dan toch gemeend. Vlaams parlementslid  Robrecht Bothuyne (organisator van Nokere Koerse) en Gilles Bultinck  dienden een conceptnota in met tien actiepunten om het jeugdwielrennen uit het slop te halen. Ligt het aan mij? Maar in het artikel heb ik er slechts vier gevonden: 1.Focus op het aantrekken en opleiding van vrijwilligers (ik wens hen veel succes); 2. Verplichten van inrichters van (semi-)klassiekers om naast de profs ook een jeugdwedstrijd in te richten (gebeurt dat al niet in de meeste gevallen?); 3. Veilige locaties creëren voor het organiseren van jeugdwedstrijden (graag maar altijd op dezelfde plaats fietsen en koersen maakt de sport zeker niet aantrekkelijker); 4. Minder administratieve last.

Voilà. Goed geprobeerd zou ik zeggen. Maar alle beetjes helpen natuurlijk en het is altijd gemakkelijk om voorstellen neer te sabelen. We omarmen alle goedbedoelde initiatieven, maar… we zijn realistisch en zeker niet naïef.