
Zonhovenaar Matteo Vanden Wijngaert wist in de finale van de tweede rit van de Ster van Zuid-Limburg weg te rijden uit het peloton. Ondanks een lekke band in de slotkilometers hield hij stand en wordt hij ook de nieuwe leider.
Superlatieven zijn op zijn plaats voor de prestatie van Matteo Vanden Wijngaert. Wat hij in de tweede rit van De Ster uit de kuiten perste, was groots. Na de eerste rit mocht hij als leider van het knelpuntenklassement op het podium. “Mooi meegenomen en het geeft wat extra publiciteit”, aldus zijn vader tijdens de etappe waarin zoon Matteo met fierheid dat rode kleinood verdedigde. “Hopelijk kost het niet te veel energie”, voegde vader Arne er nog aan toe.
Niet dus. Het was uitgerekend zo’n spurt voor dat nevenklassement die Matteo op ongeveer 20km van het einde voorop bracht. “Eerst was er nog een andere renner mee, maar die kon niet overpakken. Ik ben dan maar alleen doorgegaan. Een beetje tegen beter weten in want het was toch nog ver en alleen tegen zo’n meute die achter je aan zit, leek een mission impossible”, aldus Matteo. “Maar het lukte al ben ik daar ontzettend diep voor moeten gaan. Bovendien kreeg ik in de slotkilometer ook nog af te rekenen met een leegloper achteraan. De tubeless banden, waarbij het gaatje gedicht wordt, heeft me gered”, lacht hij.
Na afloop was het op het podium al Vanden Wijngaert wat de klok sloeg. Matteo als ritwinnaar, Matteo als leider in het knelpuntenklassement, Matteo als beste Limburger en… Matteo als leider in het algemeen klassement. Hij kan dus zondagmorgen op zijn paasbest in die prachtige gele leiderstrui van start gaan in de individuele tijdrit over 8km. “Of ik die rode knelpuntentrui morgen nog ga verdedigen zal afhangen van de tijdrit”, blikt Matteo vooruit. “Als ik daarna nog het geel heb, zal ik rood allicht moeten loslaten want allebei lijkt me niet doenbaar. Normaal hoef ik niet bang te zijn voor die tijdrit. Ik werd immers vorige week provinciaal tijdritkampioen. Maar ik ben nu zo diep gegaan dat ik me afvraag of de benen morgen fris genoeg zullen zijn voor zo’n korte maar heel intense inspanning.”


