Wielrennen is geen goedkope sport. Een jaar geleden onderzochten we de kostprijs van een jeugdrenner en we kwamen vlotjes aan een bedrag van 10.000 euro per jaar. De wielerbond probeert het binnen de perken te houden, maar de verhoging van het inschrijvingsgeld komend seizoen spreekt dat tegen.
Het was een gewaardeerd en gedreven jeugdbegeleider van de Vlaamse Wielerschool in Zolder die onlangs via de sociale media de knuppel in het hoenderhok gooide. “Ik hoorde dat men het inschrijvingsgeld van een wedstrijd voor miniemen en aspiranten van 5 naar 8 euro gaat optrekken. En dat voor een wedstrijdje van amper 4 of 6 km voor de allerjongsten. Dus meer dan één euro per kilometer. Op deze manier krijg ik het niet meer over mijn hart om ouders te motiveren hun kind te laten koersen. Daarom heb ik na enkele slapeloze nachten besloten om hier niet meer aan mee te werken.”
Uiteraard krijgt de coach veel bijval van ouders, maar – laten we eerlijk wezen – die maken het zelf vaak duurder dan nodig. Daarvoor volstaat het eens op de rennersparking rond te lopen.
Chris Wynants, vader van Maarten, opa van aspirant Loic en zelf ook inrichter van wedstrijden is het er niet helemaal mee eens. “Alles wordt duurder”, stelt hij. “En dat van die 1 euro per kilometer is een beetje bij de haren getrokken. Het klopt voor 8 en 9-jarigen. Maar aspiranten rijden toch al wedstrijden tot 35 km.”
Bovendien kosten andere sporten ook wel wat geld. “Ik betwijfel dat een koersende zoon of dochter meer kost dan eentje die tennist”, vertelt een mama met een koersende zoon én een tennissende zoon. “Om op niveau te tennissen moet je ook heel wat investeren. Ik kan je verzekeren dat tennislessen allesbehalve goedkoop zijn.”
Alex Onclin, voorzitter van Cycling Vlaanderen Limburg, begrijpt het ongenoegen over dat verhoogde inschrijvingsgeld. Toch wil hij verduidelijken. “Het indianenverhaal is dat het extra inschrijvingsgeld in de pot van Cycling Vlaanderen belandt”, stelt hij. “Dat klopt niet. Zoals voorheen gaat de helft van het inschrijvingsbedrag, dus 4 euro, naar de inrichters. De andere helft naar Cycling Vlaanderen. Men moet begrijpen dat de kosten voor zowel de inrichters als voor Cycling Vlaanderen stijgen. Er is de indexatie die sinds 2021 is toegenomen met 11,8%. Tegelijkertijd zijn er de stijgende verzekeringskosten door het toenemende aantal verkeersongevallen.”
“We blijven ook investeren in veilige en kwalitatieve wedstrijden, iets waarover ik bij sommige nevenbonden, waar het naar verluidt allemaal wat goedkoper is, mijn twijfels heb”, klinkt het. “Bovendien krijgen onze miniemen voor die 8 euro inschrijving veel meer dan een wedstrijdje van 4 of 6 km. Vooraf kunnen ze profiteren van de proefjes fietstechniek, begeleid door goed opgeleide mensen. Alles wordt duurder, dus ook sporten. Ik hoop dat men daar begrip voor heeft.”